Terug naar de krant

Ook de ‘groene’ coalitie van Amsterdam geeft een ‘grijs’ voorbeeld met de Lutkemeerpolder

Leeslijst rubriek Voedsel & Verandering

Met vastgoed valt meer te verdienen dan met lokaal verbouwd voedsel. En dus winnen steeds de distributiedozen, alle groene beloftes ten spijt.

Leeslijst

Spitskool, rode kool, boerenkool, onder een grauwe, weidse lucht. In de Lutkemeerpolder, tussen Amsterdam en Schiphol, worden de laatste groenten van het jaar geoogst. Als in het voorjaar meiraap en radijs opkomen, is die lucht waarschijnlijk gehalveerd en kijken de mensen van tuinderij Pluk tegen de massieve wanden van een distributiecentrum aan. Langs een nieuwe weg liggen kabels. Busjes rijden af en aan. Verderop ligt al zo’n donkere doos.

Trijntje Hoogendam, in de winkel van zorgboerderij De Boterbloem, mag niks zeggen, zegt ze. Dat was de afspraak toen de gemeente na veel verzet en inmenging van de ombudsman toezegde dat de boerderij nog niet hoeft te wijken voor bedrijven. Met Pluk mag de Boterbloem nog drie hectare gebruiken, de akkers rondom worden nu bouwrijp gemaakt.

Natasha Hulst mag wel praten. Ze doet dat namens Voedselpark Amsterdam, een club burgers die met de activisten van Behoud Lutkemeer strijdt voor het laatste stukje vruchtbare landbouwgrond in Amsterdam. De laatste kleipolder, verder is alles veenweide rond Amsterdam. Ze zijn vóór boerenbedrijvigheid. Vóór korte voedselketens. Vóór een groen landschap. Tegen de verdozing. Tegen grondspeculatie. En dus tegen de gemeente, die het bestemmingsplan veranderde van agrarisch naar bedrijventerrein.

Voedselpark Amsterdam heeft inmiddels via crowdfunding een half miljoen euro opgehaald, hopend dat de gemeente ten halve keert. De Lutkemeerpolder kan een knooppunt voor voedsel worden, is het plan, voor Amsterdammers uit de hele stad, maar ook voor andere stadsboeren. Met tuinderijen, akkers, winkels, een distributiecentrumpje voor eten uit de regio misschien. Community Supported Agriculture, noemen ze het. Landbouw door en voor de gemeenschap. „Maar het moet niet het zoveelste hipsterproject worden”, zegt Hulst. Ze vertelt over het principe van de commons, gemene gronden, zoals de meent van vroeger, die door het hele dorp bestierd werd. „Daar is niks ideologisch aan, dat is gewoon een praktische manier om dingen te regelen.”

Hulst refereert aan nog iets schijnbaar ouderwets: de groene ‘scheggen’ die begin vorige eeuw onderdeel waren van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam van Cornelis van Eesteren. Die groene inhammen in de stad maakten dat alle stedelingen naar buiten, de natuur in konden. In tijden van crisis, zegt Hulst, kunnen die scheggen de stad van voedsel voorzien. Heel actueel, als je vindt dat ons eten van dichterbij moet komen, om CO2-uitstoot door transport te verminderen.

Het opmerkelijke is: het stadsbestuur (PvdA, GroenLinks, D66) wil dat allemaal ook. Er is een ‘voedselstrategie’, een ‘hoofdgroenstructuur’, een ‘routekaart klimaatneutraal’, een ‘agenda circulair’. Lees het coalitieakkoord: meer groen, bescherming van de scheggen, stadslandbouw, een klimaatbestendiger landschap, behoud van biodiversiteit, voedsel dichter bij Amsterdammers brengen.

Maar in de Lutkemeerpolder? Nu even niet. Er zijn contracten gesloten, er wordt op het geld gerekend en nu stoppen zou de gemeente bijna 100 miljoen kosten aan voorbereidingskosten, gederfde inkomsten en claims van investeerders – al ontbreekt hiervoor volgens tegenstanders de onderbouwing. Bovendien , zegt Hulst, wél bouwen zal ook nog veel kosten. „Want je weet nu al dat er een nieuwe weg moet komen om hier elke dag duizend verkeersbewegingen te verstouwen.”

En dit gaat dus allemaal over wat in geld kan worden uitgedrukt, want schade aan het landschap, biodiversiteit, bodem- en luchtkwaliteit staan niet op de begroting. En vruchtbare klei is niks waard.

Waar hebben we het over, kun je zeggen. Een postzegel van 43 hectare, ingeklemd tussen wegen en bedrijven. Altijd herrie. En een clubje geprivilegieerde Amsterdammers die van actievoeren hunhobby hebben gemaakt. Bedrijven en distributiecentra aan de rand van de stad zijn bovendien wél nodig om de uitstoot ín de stad terug te dringen, zegt een woordvoerder van de wethouder. „En het is niet zo dat de hele polder wordt volgebouwd.” Er blijft 21 hectare vrij voor natuur en 10 hectare om te boeren. En op het bedrijventerrein komen tweeduizend fruitbomen.

Lees ook Hoe de polder een bedrijventerrein werd
Polder weg voor bedrijven: ‘Gemeente is nietsontziend’

Aan de andere kant: als zo veel mensen, tot ver buiten Amsterdam, zich druk maken om een lapje grond, dan is het geen not-in-my-backyard-kwestie. Dan staat het lokale gesteggel voor iets groters.

Veelzeggend is dat ook Land van Ons zich aan het Voedselpark verbonden heeft. Land van Ons, een burgercoöperatie die in heel Nederland landbouwgrond opkoopt om de biodiversiteit en het landschap te herstellen. En die vorig jaar in Zeewolde een gooi deed naar de grond waar Facebook-moeder Meta een datacenter had bedacht. Een club die in drie woorden weet te vatten waar het om gaat: verpats kostbare landbouwgrond niet aan een bedrijf of ontwikkelaar met diepe zakken. Behoud het voor de gemeenschap, maak het ‘land van ons’.

De Lutkemeerpolder staat voor groter ongenoegen, zegt oprichter Franke Remerie. „Iedereen ziet dat het anders moet, maar onze bestuurders zitten vast in het oude denken.” Steeds maar meegaan met de vraag naar méér. Meer consumeren, meer bezorgen, meer verdozen. Het grote probleem: „Het levert gemeentes simpelweg te veel op om landbouwgrond tot bedrijventerrein te bestemmen.” Hoe meer grond je voor die hogere vierkantemeterprijs verkoopt, hoe beter. Distributiecentra zijn wat dat betreft een zegen, ze vreten vierkante meters.

Goede voorbeeld

Maar wat voor boodschap is dat? „Je vraagt aan burgers om zich duurzamer te gedragen, zonder zelf het goede voorbeeld te geven? Het zit niet alleen een kleine elite dwars, maar grote groepen burgers. Dat ze zelf voorop moeten lopen, maar machteloos zijn omdat ze het geld niet hebben om de grond te kopen.” Niet alleen in Amsterdam, ook in Nuenen, Venlo – overal waar dozen opduiken. Of breder: overal waar de politiek voorrang geeft aan kortetermijnwinst boven een langetermijnvisie over wat je wilt zijn en met je voedselvoorziening wilt, als gemeente, als land. Dat het dan de groene partijen zijn die de discussie doodslaan door zich achter de kosten te verschuilen, maakt het alleen maar cynischer.

Lees ook Hoe blijft de verdozing beheersbaar?
Het distributiecentrum van de Primark in Roosendaal.

In de Lutkemeerpolder hebben ze het nog niet opgegeven. Ze houden zich vast aan wat overblijft. Aan de randen kun je nog heel veel doen. Of, ideetje van Remerie, misschien kun je zo’n doos optillen en er paddestoelen onder telen, of varkens laten scharrelen. Hoewel het telkens weer over geld gaat, blijven Voedselpark en Land van Ons in gesprek met de aandeelhouders van het ontwikkelingsbedrijf, dat nota bene grotendeels van de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer en de provincie is. Remerie: „Je kunt wachten tot de overheid het oplost. Maar laten we het gebeuren of steken we zelf de schop in de grond?”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 10 december 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in