Direct naar artikelinhoud
Opinie

Barbara Baarsma: ‘Amsterdam wil een inclusieve stad zijn, maar sluit middengroepen systematisch buiten’

Amsterdam doet er goed aan minder te spenderen en meer te investeren in het groene groeivermogen van de Amsterdamse economie, stelt hoogleraar toegepaste economie Barbara Baarsma, tevens werkzaam bij de Rabobank in dit opiniestuk. ‘De economie gaat zonder groene groei ten onder aan polarisatie en wantrouwen.’

Barbara Baarsma is econome, hoogleraar toegepaste economie aan de UvA en werkzaam bij de Rabobank.Beeld Evert Elzinga/ANP

Knellende grenzen vormden een prominent thema in 2022. De kranten stonden er vol mee: de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor ongekende wachtrijen op Schiphol ontstonden, scholen en kinderopvanglocaties op sommige dagen dicht bleven, en de zorg vastliep. Ook het tekort aan woningen en de capaciteitsproblemen in de asielopvang domineerden het nieuws. Daarnaast werd over de klimaat-, milieu- en stikstofcrisis veel pregnanter bericht. Door de oorlog in Oekraïne stegen de energieprijzen en mede daardoor de inflatie zo hard dat de koopkracht van vele huishoudens zwaar onder druk stond en energie-intensieve bedrijven hun productie afschaalden.

Kortom: we waren nog niet eens bekomen van de coronacrisis en met 2022 brak het volgende crisisjaar aan. Of crisesjaar, eigenlijk.

Helaas zal dat in 2023 niet anders zijn, omdat de politieke reactie op deze crises en problemen allemaal kortetermijnoplossingen zijn. Pleisters plakken zonder de achterliggende oorzaak echt aan te pakken. Wat ontbreekt, is een langetermijnvisie die duidelijk maakt hoe de crises en problemen in samenhang worden aangepakt.

Een eerlijk verhaal, dat laat zien dat burgers en bedrijven op sommige plekken zullen moeten inleveren om op andere plekken weer wat terug te krijgen. In de Tweede Kamer regeert de korte termijn, staat zetelbehoud centraal, en worden welvaart en welzijn op lange termijn veronachtzaamd. En dat is in Amsterdam niet anders.

Energiearmoede

Dat komt deels natuurlijk doordat Amsterdam voor een groot deel van de inkomsten afhankelijk is van Den Haag. Het rijk stort via het gemeentefonds geld in de schatkist van Amsterdam. In 2023 zit daar een forse meevaller bij om energiearmoede te bestrijden. In totaal komt bijna 3,5 miljard euro op de begroting van zo’n 6,7 miljard van het rijk.

Omdat het kabinet geen langetermijnvisie heeft, is ook de hoogte van deze uitkeringen uit het gemeentefonds onzeker. Amsterdam is zo speelbal van Haagse bijziendheid. Echter, de gemeente liet ook na een langetermijnvisie met bijbehorende investeringsagenda op te stellen.

Ook in het stadsbestuur regeert de korte termijn. Daardoor, en door het te omvangrijke beleid gericht op compensatie van de gestegen (energie)prijzen, worden forse gaten in de rijks- en gemeentelijke financiën geslagen. In Amsterdam worden die gaten gedicht door extra schulden aan te gaan en door in te teren op reserves. De schuld van Amsterdam is sinds 2017 bijna verdubbeld naar 7,7 miljard euro in 2023.

Rekening doorgeschoven

Er is – ook door de coronacrisis – zo ingeteerd op de algemene reserve dat die al sinds 2020 te laag is (dat wil zeggen onder de norm van 5% van de begrotingsomvang ligt). Een hogere schuld hoeft niet problematisch te zijn als het geld maar wordt gebruikt om te investeren. Nu wordt een te groot deel uitgegeven aan compensatiemaatregelen zonder dat daar vergroening of toekomstige economische groei tegenover staan. Daardoor wordt de rekening doorgeschoven naar toekomstige inwoners van de stad.

Na volgend jaar zal de ongedekte rekening alleen maar groter worden als de gelden uit het gemeentefonds anders verdeeld gaan worden en Amsterdam jaarlijks 34 miljoen minder ontvangt. Na 2026 zal voor alle gemeenten de rijksuitkering afnemen. Voor de stad kan dat een terugval van 200 miljoen euro per jaar betekenen. Er is nog geen begin van een idee hoe dat zou moeten worden opgevangen.

Een oplossing zou zijn om de gemeentelijke belastingen fors te verhogen, want die zijn internationaal gezien immers erg laag. Maar daar moet dan wel een evenredige verlaging van de inkomstenbelasting door de rijksoverheid tegenover staan. Dat zou verstandig beleid zijn. Toch zie ik het er niet van komen. Hervorming van het belastingstelsel wordt al vele jaren als een hete aardappel naar volgende kabinetten doorgespeeld.

Bovendien is het de vraag hoe dit in een stad als Amsterdam voor de toch al geplaagde middengroepen uit zou pakken. Hun belastingen zouden stijgen, terwijl ze geen aanspraak kunnen maken op allerlei voorzieningen en steunmaatregelen in de stad. Amsterdam wil een inclusieve stad zijn, maar sluit middengroepen systematisch buiten. Dat komt ook door het enorme tekort aan woningen voor middeninkomens.

Groei binnen ecologische grenzen

Amsterdam was de afgelopen decennia een groeimotor van de Nederlandse economie. De grenzen mogen dan wel knellen, maar dat wil geenszins zeggen dat we moeten stoppen met economische groei of – zoals sommigen prediken – zelfs moeten overstappen naar krimp. Juist vanwege de enorme uitdagingen waar de stad voor staat, is en blijft groei onontbeerlijk. Dat is geen pleidooi voor ouderwetse economische groei, maar wel voor groei binnen ecologische grenzen. Dus geen bedrijventerrein in de Lutkemeerpolder, maar een natuur- en voedselgebied met een korte keten naar de stad. Groene groei noem ik dat.

Zonder die groei is het niet mogelijk om degenen die kwetsbaar zijn, en die afhankelijk zijn van herverdeling via uitkeringen en toeslagen en van met belastinggeld gefinancierde voorzieningen (als zorg, onderwijs en huisvesting), het gevoel te geven dat zij delen in de welvaart en niet de rekening van vergroening van de economie zullen betalen. Onder deze groepen zal er zonder groei geen draagvlak zijn voor die vergroening. De economie gaat zonder groene groei ten onder aan polarisatie en wantrouwen.

Amsterdam doet er goed aan om, veel meer dan nu gebeurt, samen met de creatieve en innovatieve ondernemers die de stad rijk is, te investeren in verduurzaming, digitalisering en slimme mobiliteit. Minder spenderen en meer investeren in het groene groeivermogen van de Amsterdamse economie. Het uitgangspunt is niet ‘grenzen aan de groei’, maar ‘groeien binnen grenzen’.

Een kas van De Boterbloem. De gemeente Amsterdam wil van de Lutkemeerpolder een distributieterrein maken. Al jaren wordt gestreden voor behoud van de vruchtbare landbouwgrond.Beeld Dingena Mol